Bekijk hierΒ onze aangepaste openingstijden tijdens de feestdagen

Molly heeft een vriendje
Molly snuffelt rond in het park. De boodschap van mama had ze goed in haar oren geknoopt. βMolly let goed op! Denk aan de honden en voetballende kinderen.β Ze dribbelt naar de fietscrossbaan. Het is rustig, maar dan ineens? βRoefffβ, een bruin beest loopt heel snel langs haar heen en klimt een boom in.
Ze kijkt omhoog en ziet een beest met een prachtige bruine staart. Het beest ziet haar ook. Ze piepen tegelijk: βHΓ©, wie ben jij?βDan is het even stil.
Dan weer tegelijk: βIk heet RMaoklkleyr.β
βWat?βpipepit Molly.
βIk heet Rakker en jij?β
βIk heet Molly.β
Rakker kijkt haar aan. βWat ben jij? Jij bent geen konijn, want die heeft langere oren.β
βEn jij bent geen egeltje, die heeft niet zoβn mooie staart en kan niet in een boom klimmen.β
βIk ben een cavia en ik woon in de dierenwei.β
βEn ik ben een eekhoorn en woon in deze boom.β
Rakker komt voorzichtig naar beneden. βJij hebt een grote kop en een mooie zachte vacht en geen staart.β
βEn jij hebt een leuk klein koppie en pluimpjes op je oren en een hele mooie lange staart. Ik heb ook een staart,β piept Molly, βmaar die is zo klein dat je βm niet ziet.β
βMijn staart zorgt ervoor dat ik niet omval als ik in een boom klim en als het regent gebruik ik hem als afdak.β
βDat is handig, ik ga als het regent onder een afdakje staan.β
βWil jij wat van mijn nootjes proeven?β piept Rakker, βdit is de lekkersteβ. Rakker geeft haar een walnoot. Ze snuffelt er aan. βNoten zijn niet goed voor mijn maag en ik krijg die dingen niet open.β
Rakker pakt de noot tussen zijn pootjes en knaagt deze open.
βKijk, zo doe je dat.β
βHeb jij die noten in je boom liggen?β
βNee, die verstop ik in de herfst op geheime plekjes. In de winter haal ik die op.β
βDat is handig. Ik eet gras en Nicky zorgt dat we eten krijgen zoals bleekselderie, andijvie en worteltjes en ook hooi, maar dat vind ik droog. Soms geven kinderen of brood of komkommer, maar daar krijg ik dunne poep van.β
Zo zijn Rakker en Molly gezellig aan het praten.
Opeens springt er een hond tussen hen in. Hij blaft en draait met zijn kop van links naar rechts. Rakker schiet vliegensvlug de boom in en piept: βKom Molly, klim ook in de boom!β
βIk kan niet klimmen!β
De hond komt gevaarlijk dichtbij. βZo konijntje, ik zal jou eens lekker pakken, wraf.β
Molly bijt in zijn neus, daar schrikt hij van.
βIk krijg je wel, wraf!β
Maar net als hij wil happen, komt Rakker naar beneden en piept: βZet je tanden in mijn staart, dan trek ik je omhoog!β
Molly bijt in zijn staart en voordat de hond haar kan pakken ins ze al de boom in.
βDat was op het nippertje, gelukkig dat ik geen lange staart heb, andersβ¦!βpiept Molly.
Dan komt zijn baas en zegt: βBruno hier! Je mag andere dieren niet opjagen, stoute hond.β
βBruno is niet stout.β
Zijn baas kijkt verbaasd rond. βWie zegt dat?β
Molly en Rakker houden zich stil. Rakker kijkt Molly met grote ogen aan. βKun jij met mensen pratne?β
βJa, van mijn mama geleerd. Zullen we vriendjes worden?β
Vanaf die dag zijn Rakker en Molly dikke vrienden.